bewassen
- be·was·sen
- vervoeging van bewassen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
- afgeleid van wassen met het voorvoegsel be-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bewassen |
bewies |
bewassen |
klasse 7 | volledig |
bewassen [1]
- ergatief begroeid raken
- overgankelijk begroeien
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bewassen |
bewaste |
bewassen |
gemengd | volledig |
bewassen [3]
- overgankelijk aan een grondige wasbeurt onderwerpen
vervoeging van: | bewassen… |
geen verbogen vorm |
bewassen
- voltooid deelwoord van bewassen
- Het woord bewassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bewassen" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Camera Obscura”
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “De geschriften van Harm Tiesing over den landbouw en het volksleven van Oostelijk Drenthe” (1943), Van Gorcum
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be