bevolkingscentrum

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vol·kings·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bevolkingscentrum bevolkingscentra
bevolkingscentrums
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bevolkingscentrumo

  1. plaats waar veel mensen wonen
     India wordt niet iedere week getroffen door een aanslag in een groot bevolkingscentrum. Maar vaak blijft de belangrijkste vraag onbeantwoord: wie heeft het gedaan? Vermoedens zijn er wel, maar weinig is zeker.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Aanslag India: wie zit erachter?” (Vrijdag 22 februari 2013, 15:30), NOS