Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vings·stress
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bevingsstress
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bevingsstressm

  1. (psychologie) spanning door aardbevingen of de kans op aardbevingen
    • In Groningen hebben veel mensen last van bevingsstress. 

Gangbaarheid