beveiligingssoftware

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vei·li·gings·soft·ware
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beveiligingssoftware
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beveiligingssoftwarem

  1. software waarmee men een computer(netwerk) beschermt tegen oneigenlijk gebruik
     Volgens Digibewust zouden ouders meer gebruik moeten maken van beveiligingssoftware. Ook moeten de kinderen zelf een wachtwoord kiezen dat niet te makkelijk is. Ook zouden ze beter moeten nadenken over welke informatie ze willen prijsgeven op internet.[1]
     Apparatuur voor internetbankieren moet voorzien zijn van beveiligingssoftware. Ook moet de klant bewijzen dat hij zijn afschriften geregeld digitaal controleert en moeten incidenten direct worden gemeld.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Pubers op internet vaker benaderd” (Dinsdag 5 februari 2013, 08:34), NOS
  2.   Weblink bron “Nieuwe regels internetbankieren” (Zaterdag 23 november 2013, 21:44), NOS