Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beurs·graad·me·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beursgraadmeter beursgraadmeters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beursgraadmeterm

  1. (financieel) cijfer dat de gemiddelde koers van een groep beursfondsen op een bepaald tijdstip aangeeft
     Precies tien jaar geleden, op maandag 4 september 2000, sloot de Amsterdamse beursgraadmeter AEX op zijn hoogste stand ooit: 701,56 punten. Tien jaar later en na twee wel heel dramatische en hectische beursjaren is de AEX meer dan gehalveerd.[1]
     Gisteren - na de bekendmaking van het Europese steunplan voor de euro - sloot de Amsterdamse beursgraadmeter met een winst van ruim zeven procent.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “De beurseuforie van 4 september 2000” (Zaterdag 4 september 2010, 07:27), NOS
  2.   Weblink bron “Delta Lloyd slijt Griekse effecten” (Dinsdag 11 mei 2010, 10:16), NOS