Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beurs·cor·rec·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beurscorrectie beurscorrecties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beurscorrectiev

  1. (financieel) (eufemisme) daling van de aandelenkoers omdat die (veel) te hoog was
     "Een beurscrash? Nou, het is meer een beurscorrectie. Zo'n correctie komt eens in het jaar voor", zegt Jos Versteeg, beursanalist van InsingerGilissen. Ook Van Zeijl wil het geen crash noemen. "Een crash is 25 procent. Het nieuws van vandaag was gewoon heel slecht; een spoedbijeenkomst van de NAVO, een brand in een kerncentrale. Alles bij elkaar is dat natuurlijk een slechte mix. Maar ja, de een verkoopt zijn aandelen, maar de ander koopt. Er is altijd wel weer een koper."[1]
     "Beleggers en media kijken helaas nogal vaak naar de korte termijn", zegt beleggingsspecialist Jim Tehupuring van ProBeleggen. "Economische cycli zijn van alle tijden en we krijgen heus weer een periode van mindere groei of krimp, maar de eerste de beste beurscorrectie bestempelen als een crisis is natuurlijk veel te voorbarig. In 2015/2016 hadden we een 'China-crisis' en was iedereen in paniek omdat de groei in China wel eens zou kunnen dalen van 8 naar 6 procent. De beurs verloor 25 procent. Het waaide allemaal gewoon over."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'Het was vandaag wel beetje paniek op de Amsterdamse beurs'” (Vrijdag 4 maart 2022, 22:31), NOS
  2.   Weblink bron “Aandelenbeurzen gaan bergafwaarts, 'maar geen reden voor crisis en paniek'” (Zaterdag 27 oktober 2018, 07:12), NOS