betaalden uit
- Geluid: betaalden uit (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈtaldə(n) ˈœyt / (4 lettergrepen)
- be·taal·den uit
vervoeging van |
---|
uitbetalen |
betaalden (…) uit
- meervoud verleden tijd van uitbetalen
- Wij betaalden uit.
- Jullie betaalden uit.
- Zij betaalden uit.
- Wij betaalden uit.
- Het woord betaalden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.