besteldienst
- be·stel·dienst
- samenstelling van bestellen ww en dienst zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | besteldienst | besteldiensten |
verkleinwoord |
de besteldienst m
- (economie) organisatie die bestelde goederen bij de klant aflevert
- ▸ De vijftig restaurants komen uit de regio Overijssel, maar hopen dat ondernemers uit heel het land gaan meedoen. Ze zetten dus eerst in op overleg met Thuisbezorgd over verlaging van de commissie. Maar als dat niet lukt willen ze mogelijk zelf een online besteldienst opzetten. "Alle kennis en knowhow is aanwezig om die stap te nemen", zegt Mirza.[1]
- ▸ De Amerikaanse pakketbezorger UPS heeft onderschat hoeveel cadeaus dit jaar via internet zijn gekocht. De afgelopen dagen bleek dat de besteldienst het niet aankon.[2]
- Het woord besteldienst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Restaurants in actie tegen hogere commissie Thuisbezorgd” (Dinsdag 31 oktober 2017, 15:52), NOS
- ↑ Weblink bron “Kerstpakjes komen niet op tijd” (Donderdag 26 december 2013, 09:24), NOS