• be·steed
  • vervoeging van besteden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
besteden

besteed

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besteden
    • Ik besteed. 
  2. gebiedende wijs van besteden
    • Besteed! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besteden
    • Besteed je? 
vervoeging van: besteden…
verbogen vorm: bestede

besteed

  1. voltooid deelwoord van besteden
stellend
onverbogen besteed
verbogen bestede
partitief besteeds

besteed

  1. verbruikt
    • Het bestede geld is gebruikt om de school te verven.