• be·smet·tings·kans
enkelvoud meervoud
naamwoord besmettingskans besmettingskansen
verkleinwoord

de besmettingskansv / m

  1. de mogelijkheid om met een ziektekiem besmet te raken
     Volgens minister De Jonge is het zo eenvoudig nog niet. Hij wijst erop dat de besmettingen van dier op mens geen grote rol spelen in de huidige pandemie en dat de besmettingskans van mens op mens groter is. Volgens Ploumen is er nog weinig bekend over het virus en de besmettingen. Ze wil dat de minister de nertsenbedrijven op basis van het Volksgezondheidsrisico een aanwijzing geeft. De Jonge ziet daar geen aanleiding toe. "Het is nog al wat om gezonde bedrijven te ruimen."[1]
     PVV-leider Geert Wilders vindt het juist discutabel dat de buitenterrassen maar van 12.00 tot 18.00 uur open zijn, dat er strenge regels gelden voor aantallen mensen en dat er geen vermaak op het terras mag zijn. "In een mortuarium is het nog gezelliger." Hij zegt dat de besmettingskans buiten "bijna nul" is.[2]
  2. de kan dat een computer besmet raakt met schadelijke software
     Vaak wordt gezegd dat computers van Apple veiliger zijn, omdat hackers liever virussen en wormen maken die gebruikt kunnen worden op Windows. Daar zijn immers meer computers van. Doordat bepaalde delen van de firmware in een Apple-computer gelijk zijn aan die van een Windows-computer, is de besmettingskans een stuk groter, zeggen de onderzoekers.[3]


  1.   Weblink bron “Kabinet kan nertsenbedrijven niet dwingen om te stoppen” (Woensdag 10 juni 2020, 13:21), NOS
  2.   Weblink bron “Tweede Kamer steunt versoepelingen kabinet” (Vrijdag 23 april 2021, 00:35), NOS
  3.   Weblink bron
    Nando Kasteleijn
    “Nieuwe worm kan firmware van Mac-computers infecteren” (Dinsdag 4 augustus 2015, 13:00), NOS