Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·smet·tings·ge·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord besmettingsgeval besmettingsgevallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het besmettingsgevalo

  1. (medisch) iemand die door iets besmet geraakt is
    • In Noord-Brabant waren de meeste besmettingsgevallen van het coronavirus.