beseibelen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beseibelen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·sei·be·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beseibelen |
beseibelde |
beseibeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
beseibelen
- (Jiddisch-Hebreeuws) bedriegen, erin laten lopen
Gangbaarheid
- Het woord 'beseibelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.