• be·roeps·vis·se·rij
enkelvoud meervoud
naamwoord beroepsvisserij beroepsvisserijen
verkleinwoord

de beroepsvisserijv

  1. het vissen als broodwinning
     In de brandbrief stellen de provincies en de betrokken organisaties ook dat de staatssecretaris te weinig haast maakt met het saneren van de beroepsvisserij.[1]
  1.   Weblink bron “Geen geld voor uitkopen beroepsvissers IJsselmeer” (Zaterdag 18 februari 2017, 12:02), NOS