beroepsvisserij
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·roeps·vis·se·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beroepsvisserij | beroepsvisserijen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de beroepsvisserij v
- het vissen als broodwinning
- ▸ In de brandbrief stellen de provincies en de betrokken organisaties ook dat de staatssecretaris te weinig haast maakt met het saneren van de beroepsvisserij.[1]
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord beroepsvisserij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Geen geld voor uitkopen beroepsvissers IJsselmeer” (Zaterdag 18 februari 2017, 12:02), NOS