Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • berg·volk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bergvolk bergvolken
bergvolkeren
verkleinwoord bergvolkje bergvolkjes

Zelfstandig naamwoord

het bergvolko

  1. groep met elkaar verwante mensen die in de bergen wonen
     De Frygische muts is een zacht kegelvormig hoofddeksel waarvan de top naar voren wijst en wat naar beneden valt. De Frygiërs leefden in het gebied dat nu tot Turkije behoort en waren een bergvolk dat door de Romeinen tot slaaf was gemaakt. Als ze uit de slavernij verlost werden, droegen ze een Frygische muts.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Eeuwenoud beeld van krijger duikt op tussen garnalen bij Texel” (Dinsdag 2 augustus 2022, 16:17), NOS