• berg·op

bergop

  1. omhoog langs de helling van een grote verhoging in het landschap
    • Mijn tuin ligt op een helling. Maar voor mijn gevoel moet ik altijd bergop, nooit bergaf. Overal liggen nu bladeren. Als die straks allemaal in de container zitten, is dat een feestelijk moment voor mijn rug. [2]
  • bergop bergaf
    afwisselend stijgend en dalend
85 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]