Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • berg·op·waarts
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen bergopwaarts
verbogen bergopwaartse
partitief bergopwaarts

Bijvoeglijk naamwoord

bergopwaarts

  1. naar boven langs de berghelling

Bijwoord

bergopwaarts

  1. in de richting van de voet naar de top

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be