berghoogte
- Geluid: berghoogte (hulp, bestand)
- berg·hoog·te
- samenstelling van berg en hoogte
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | berghoogte | berghoogten, berghoogtes |
verkleinwoord | - | - |
de berghoogte v
- een hoger gelegen, min of meer vlak deel van een berg
- Zij vlogen de berghoogte op.
- de hoogte van een berg, bijvoorbeeld in meters boven zeeniveau
- Zij maten de berghoogte.
1. een hoger gelegen, min of meer vlak deel van een berg
2. de hoogte van een berg, bijvoorbeeld in meters boven zeeniveau
- Het woord 'berghoogte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.