berentrots
Niet te verwarren met: beretrots |
- Geluid: berentrots (hulp, bestand)
- IPA: / ˈberə(n)ˌtrɔts / (3 lettergrepen)
- be·ren·trots
- samenstelling van beer zn "groot zoogdier" en trots bn "fierheid" met het invoegsel -en-
Het gaat hier echt de om een zelfstandig naamwoord dat de trots van dit zoogdier aanduidt. Daarom is de spelling met -en- volgens spellingregel 8.A . Bij het bijvoeglijk naamwoord "beretrots", waarin "beer" alleen maar een versterkende betekenis heeft, geldt spellingregel 8.F en wordt de tussenklank -e- geschreven.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | berentrots | - |
verkleinwoord | - | - |
de berentrots m
- fierheid van een beer
- Maar ziet — wat loopt daar op dien schots
En kijkt hem aan met berentrots....
Een ijsbeer met twee klauwen. [1]
- Maar ziet — wat loopt daar op dien schots
- Dit woord wordt maar zelden gebruikt en is vooral beschreven om de werking van de spellingregels te laten zien.
- Het woord 'berentrots' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Ha-Vee-Wee"Modern huwelijk aan de Noordpool" in: Vlissingse Courant jrg. 69 nr. 178 (31 juli 1931); p. 5 kol. 5; geraadpleegd 2018-09-20