bereidt voor
- Geluid: bereidt voor (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈrɛit ˈvor / (3 lettergrepen)
- be·reidt voor
vervoeging van |
---|
voorbereiden |
bereidt (…) voor
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbereiden
- Jij bereidt voor.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbereiden
- Hij bereidt voor.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorbereiden
- Bereidt voor!
- Het woord bereidt voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.