bereidt
- be·reidt
vervoeging van |
---|
bereiden |
bereidt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bereiden
- Jij bereidt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bereiden
- Hij bereidt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bereiden
- Bereidt!
- Het woord bereidt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.