Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·rei·dings·wij·ze
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bereidingswijze bereidingswijzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bereidingswijzev / m

  1. de wijze waarop men van grondstoffen een eindproduct maakt
     Die vleesvorm, een burger, is bewust gekozen. "Een burger is makkelijk te bereiden. Dat is lastiger met hanenvlees zelf, dat heeft een andere bereidingswijze dan de hen. Het vlees is steviger omdat er meer spiermassa aan zit en dan luistert de bereidingstijd nogal nauw. Bereid het net iets te lang en het vlees wordt taai."[2]
     Alle boerenkaasmakers hadden zich verenigd om ook hun vak op de lijst te krijgen. "Zij zien hun leven en werk niet alleen als iets wat ze al lang doen, maar juist ook als iets dat ze door willen geven. Daar willen zij zich gezamenlijk voor inzetten en daarom vragen zij plaatsing aan. Het gaat om het verkrijgen van de typische smaak en de bereidingswijze van boerenkaas, meedoen aan keuringen en het leren van elkaar", schrijft het kenniscentrum.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “De haan als burger in de winkel” (Maandag 11 september 2017, 09:34), NOS
  3.   Weblink bron “Boerenkaas maken en Goededoelenloterij op erfgoedlijst” (Donderdag 16 februari 2017, 10:36), NOS