• be·rei·dings·tijd
enkelvoud meervoud
naamwoord bereidingstijd bereidingstijden
verkleinwoord

de bereidingstijdm

  1. (kookkunst) de tijd die nodig is om een gerecht te maken
     Die vleesvorm, een burger, is bewust gekozen. "Een burger is makkelijk te bereiden. Dat is lastiger met hanenvlees zelf, dat heeft een andere bereidingswijze dan de hen. Het vlees is steviger omdat er meer spiermassa aan zit en dan luistert de bereidingstijd nogal nauw. Bereid het net iets te lang en het vlees wordt taai."[1]
     "Deze kant en klare diepvriestaart is in 3 smaken op de markt gekomen , heeft geen bereidingstijd nodig, kan bevroren en ontdooid genuttigd woren en is voor een langere tijd houdbaar."[2]


  1.   Weblink bron “De haan als burger in de winkel” (Maandag 11 september 2017, 09:34), NOS
  2.   Weblink bron “"Eerstejaars hebben belabberd taalniveau"” (Woensdag 30 april 2014, 13:24), NOS