beoordelingsvermogen

  • be·oor·de·lings·ver·mo·gen
enkelvoud meervoud
naamwoord beoordelingsvermogen beoordelingsvermogens
verkleinwoord

het beoordelingsvermogeno

  1. het in staat zijn te bepalen wat de waarde van iets of iemand is
     Mary's beoordelingsvermogen was echter compleet verdwenen.[1]
     Volgens Cruz heeft Orejuela zelfs de potentie om door te groeien naar de absolute top. "Ik denk dat hij nog wel een stap hoger kan dan Ajax. En dat zei ik een jaar geleden ook over Sánchez", wijst Cruz er fijntjes op dat het met zijn beoordelingsvermogen wel goed zit.[2]
  1. Tracy Chevalier
    “Opmerkelijke Schepsels” (2009), Orlando, ISBN 978949208651-8
  2.   Weblink bron “'Orejuela kan net als Sánchez de absolute top halen'” (14-08-2017), NOS