beneming
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·ne·ming
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van benemen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beneming | benemingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het benemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'beneming' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.