Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ne·fiet·vriend
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord benefietvriend benefietvrienden
verkleinwoord benefietvriendje benefietvriendjes

Zelfstandig naamwoord

de benefietvriendm

  1. een vriend(in) waarmee iemand seks heeft zonder een emotionele relatie

Gangbaarheid