bendelid
- ben·de·lid
- samenstelling van bende en lid [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bendelid | bendeleden |
verkleinwoord |
het bendelid o
- lid van een misdadige organisatie
- Bij grote onenigheden in het criminele circuit schieten bendeleden elkaar dood.
- Het woord bendelid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bendelid" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be