bemest
- be·mest
vervoeging van |
---|
bemesten |
bemest
vervoeging van: | bemesten… |
verbogen vorm: | bemeste |
bemest
- voltooid deelwoord van bemesten
stellend | |
---|---|
onverbogen | bemest |
verbogen | bemeste |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
- vervoeging van bemesten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
bemest
- bestrooid met uitwerpselen van sommige dieren waarmee men land vruchtbaar maakt
- Gelukkig kwam er regen waardoor het bemeste land minder ging stinken.
- Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving met meest worden gebruikt. [1] [2]
- bemest grasland
1. bestrooid met uitwerpselen van sommige dieren waarmee men land vruchtbaar maakt
- Het woord bemest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bemest" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be