Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: belastingzaken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·las·ting·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord belastingzaak belastingzaken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de belastingzaakv / m

  1. (juridisch) een rechtszaak betreffende een belastingaangelegenheid
     Ronaldo schikt belastingzaak in Spanje voor bijna 19 miljoen[2]
     Europese Commissie verliest belastingzaak over Amazon[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Ronaldo schikt belastingzaak in Spanje voor bijna 19 miljoen” (15-06-2018), NOS
  3.   Weblink bron “Europese Commissie verliest belastingzaak over Amazon” (12-05-2021), NOS