belastinguitgaven
- be·las·ting·uit·ga·ven
- samenstelling van belasting zn en uitgaven zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | belastinguitgaven | |
verkleinwoord |
de belastinguitgaven mv
- geld dat men aan de overheid moet betalen als belasting
- ▸ Jezusen ze plotseling allemaal miljonair? Wat verder de behoefte aan cashflow betrof, vervolgde directeur Solveig de presentatie met onverstoorbaar zelfvertrouwen, werden natuurlijk alle huurinkomsten overgeheveld naar rentekosten en herstelwerkzaamheden om het bedrijf niet te belasten met onnodige belastinguitgaven.[1]
- ▸ Uit het rapport 'Inzicht in belastinguitgaven, specifieke uitkeringen en subsidies' blijkt dat het Rijk voor 2009 totaal 15,3 miljard euro voor specifieke uitkeringen heeft verdeeld. Hiervan is 28 procent als effectief beoordeeld.[2]
- Het woord 'belastinguitgaven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Weblink bron “'Rijk kent effecten vaak niet van miljardenuitgaven'” (Dinsdag 18 mei 2010), NOS