belastinginkomsten

  • be·las·ting·in·kom·sten
enkelvoud meervoud
naamwoord belastinginkomsten
verkleinwoord

de belastinginkomstenmv

  1. geld dat de overheid ontvangt uit de belastingen
    • Toerisme is inmiddels goed voor 28 procent van het bruto nationaal product en voor maar liefst 90 procent van de belastinginkomsten van de overheid. [1] 
    • De belastinginkomsten van rijke landen zijn vorig jaar gestegen tot het hoogste niveau ooit. Dat maakte de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) woensdag bekend. [2]