belastingsticker
- be·las·ting·stic·ker
- samenstelling van belasting zn en sticker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | belastingsticker | belastingstickers |
verkleinwoord |
de belastingsticker m
- (financieel) zelfklevend plakplaatje waardoor men kan aantonen de verplichte financiële afdracht aan de overheid gedaan te hebben
- ▸ Rapper Nelly is opgepakt voor drugsbezit. Zaterdagochtend werd 'ie in de Amerikaanse staat Tennessee van de weg gehaald omdat er geen belastingsticker op zijn busje zat. Agenten roken toen een wietlucht en doorzochten de bus. Ze vonden inderdaad wiet en ook nog methamfetamine en meerdere vuurwapens.[1]
- ▸ Vorig jaar zomer, aan het eind van mijn vakantie, reed ik met mijn gezin vanuit Italië terug over Zwitserland met de bedoeling er één nachtje te slapen, bij voorkeur in het Rhonedal weer we ooit een huisje hadden. Het eerste dat me opviel was dat je in Zwitserland overal ook met euro’s kunt betalen. Het begint al aan de grens als je zo’n wegenbelastingsticker koopt: het maakt de douanier niks uit, hij is van alle markten thuis.[2]
- Het woord belastingsticker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Rapper Nelly vast voor drugsbezit” (12-04-2015), NOS
- ↑ Weblink bron Dr. Doom“Wilders wil Zwitserland” (04/06/2012), HP de Tijd