• be·kran·sen

bekransen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bekransen
bekranste
bekranst
zwak -t volledig
  1. bedekken met een (ere)krans
  2. (figuurlijk) prijzen, eren, goedkeuren
     Sartre heeft zich vooral na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog losgemaakt van een oude Franse filosofische traditie die de wereld wil idealiseren, bekransen en betoveren. De invloed van Nietzsche en zijn aanklacht tegen de „humanitaire sentimentaliteit” spelen hierin ook een voorname rol.[2]
56 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Sartre heeft geen troost voor Beslan” (16-09-2004), Reformatorisch Dagblad
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be