beklimbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beklimbaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·klim·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van beklimbaar met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | beklimbaar | beklimbaarder | beklimbaarst |
verbogen | beklimbare | beklimbaardere | beklimbaarste |
partitief | beklimbaars | beklimbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
beklimbaar
- van iets hoogs dat je er met lichamelijke kracht op kunt komen
- Als je er maar de tijd voor neemt is de Kilimanjaro voor ongeoefende maar gezonde mensen beklimbaar
- Deze toren is ook door oude mensen beklimbaar
Gangbaarheid
- Het woord 'beklimbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.