bejaardheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bejaardheid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·jaard·heid

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van bejaard met het achtervoegsel -heid.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bejaardheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bejaardheid v

1. het op hoge leeftijd zijn, het bejaard zijn

   • Bejaardheid als vraagstuk. 

Synoniemen

• ouderdom

Gangbaarheid

• Het woord 'bejaardheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.