bejaardenverzorgster

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·jaar·den·ver·zorg·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bejaardenverzorgster bejaardenverzorgsters
verkleinwoord bejaardenverzorgstertje bejaardenverzorgstertjes

Zelfstandig naamwoord

de bejaardenverzorgsterv

  1. (beroep) een vrouw die voor haar beroep voor bejaarden zorgt.
    • De vriendelijke bejaardenverzorgster hielp haar cliënten heel goed. 

Gangbaarheid