behuizing

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  behuizing    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·hui·zing

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van behuizen met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	behuizing	behuizingen
verkleinwoord	behuizinkje	behuizinkjes

Zelfstandig naamwoord

de behuizing v

1. een gebouw of deel daarvan dat als verblijf dient

   • Hij had nog geen geschikte behuizing daarvoor gevonden. 

2. (techniek) een bouwsel dat is bedoeld om datgene wat er door omsloten wordt af te schermen van de buitenwereld

   • Die behuizing is bedoeld om te voorkomen dat straling vrijkomt als er iets misgaat in de centrale. 

Gangbaarheid

• Het woord behuizing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "behuizing" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.