behorend
- be·ho·rend
vervoeging van: | behoren |
verbogen vorm: | behorende |
behorend
- onvoltooid deelwoord van behoren
- bijwoordelijk gebruikt
- Paaseiland is een tot Chili behorend eiland in de Grote Oceaan.
- ▸ Nu moet blijken of de aanstormende knapen mannen zijn geworden en de grote mannen grote mannen zijn gebleven. Het is veelzeggend dat Vincenzo Nibali, zonder twijfel behorend tot de laatste categorie, pas hierna bepaalt of hij vol voor het geel in Parijs gaat of dat hij voortaan mikt op ritwinst.[1]
- Het woord behorend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant