behelpen
- be·hel·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
behelpen |
behielp |
beholpen |
klasse 3 | volledig |
behelpen
- wederkerend zich ~: een provisorische oplossing bedenken voor een probleem dat men heeft bij gebrek aan middelen
- Wie nog geen familienaam had en niet door zijn beroep of bijnaam werd aangeduid, behielp zich met zijn uithangbord of gevelsteen.
- Op de natuurcamping moet je je maar behelpen met eenvoudige middelen.
1. zich ~: een provisorische oplossing bedenken voor een probleem dat men heeft bij gebrek aan middelen
- Het woord behelpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "behelpen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be