begrotingsjaar
- be·gro·tings·jaar
- samenstelling van begroting en jaar met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | begrotingsjaar | begrotingsjaren |
verkleinwoord | - | - |
het begrotingsjaar o
- (financieel) jaar waarop de begroting betrekking heeft
- Het woord begrotingsjaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.