begrijpelijkheid
- be·grij·pe·lijk·heid
- afgeleid van begrijpelijk met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | begrijpelijkheid | begrijpelijkheden |
verkleinwoord |
de begrijpelijkheid v
- de eigenschap van iets of iemand dat je hem met je verstand kunt vatten
- De professor was beroemd om zijn begrijpelijkheid. Hij kon de moeilijkste dingen eenvoudig uitleggen.
- De begrijpelijkheid van de brieven van de sociale dienst is vaak heel slecht.
- Het woord begrijpelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.