• be·grij·pe·lijk·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord begrijpelijkheid begrijpelijkheden
verkleinwoord

de begrijpelijkheidv

  1. de eigenschap van iets of iemand dat je hem met je verstand kunt vatten
    • De professor was beroemd om zijn begrijpelijkheid. Hij kon de moeilijkste dingen eenvoudig uitleggen. 
    • De begrijpelijkheid van de brieven van de sociale dienst is vaak heel slecht.