beglazen
- be·gla·zen
beglazen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beglazen |
beglaasde |
beglaasd |
zwak -d | volledig |
- overgankelijk voorzien van glasruiten
- Het woord beglazen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beglazen" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be