• be·gin·tijd·stip
enkelvoud meervoud
naamwoord begintijdstip begintijdstippen
verkleinwoord begintijdstipje begintijdstipjes

het begintijdstipo

  1. moment dat iets aanvangt
     De gemeente Maastricht laat weten dat er vanwege het mooie weer niet sneller wordt bekeurd dan anders en dat er ook geen extra handhavers worden ingezet. Ook het late begintijdstip van de avondklok, naar 22.00 uur, zorgt niet voor meer inzet, laat de gemeente weten.[1]
     Het begintijdstip van de wedstrijd is bepaald door de burgemeester van Den Haag. Gerbrands heeft geen inspraak gehad in de besluitvorming. "Nee, helemaal niet. We kregen bericht dat de wedstrijd definitief niet doorging en dan bepaalt de burgemeester hoe laat er wordt gespeeld. Gezien de omstandigheden is 18.30 uur een redelijke tijd, maar we hadden liever een andere tijd gehad."[2]


  1.   Weblink bron “Alcoholverbod in park Arnhem, parken Amsterdam en Tilburg dicht vanwege drukte” (Woensdag 31 maart 2021, 11:01), NOS
  2.   Weblink bron “Gerbrands: de supporters zijn de dupe” (Donderdag 6 augustus 2015, 17:00), NOS