• be·gin·sa·la·ris
enkelvoud meervoud
naamwoord beginsalaris beginsalarissen
verkleinwoord

het beginsalariso

  1. (economie) loon dat men ontvangt als men met een betrekking begint
     Artsen worden slecht betaald in Roemenië. Het beginsalaris van een arts ligt maandelijks op omgerekend 350 euro. Het topsalaris komt na de loonsverhoging in de buurt van de 1600 euro.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Meer loon Roemeense artsen, maar geen vis of kip meer” (Woensdag 26 augustus 2015, 16:09), NOS