begindatum

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  begindatum    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·gin·da·tum

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  begin zn  en  datum zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	begindatum	begindatums begindata
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de begindatum m

1. de dag waarop iets start

   ▸ De oorspronkelijke begindatum voor het proces was 27 maart, maar dat werd uitgesteld om de aanklagers en de verdediging meer voorbereidingstijd te geven. De advocaten wilden uitstel tot oktober, maar de rechters vinden dat niet nodig.

   ▸ Maandag praten de kardinalen voor het eerst over een begindatum voor het conclaaf waarin de volgende paus wordt gekozen.

Gangbaarheid

• Het woord begindatum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.