beelden
- beel·den
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beelden |
beeldde |
gebeeld |
zwak -d | volledig |
beelden [1]
- overgankelijk (verouderd) een beeld vormen
- Hij beschreef beeldend hoe het gebeurd was.
de beelden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord beeld
- ▸ Ze deed een poging om in het zwarte gat van haar geheugen beelden op te diepen.[2]
- Het woord beelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beelden" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be