beeld af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- beeld af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afbeelden |
beeld af
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbeelden
- Ik beeld af.
- gebiedende wijs van afbeelden
- Beeld af!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbeelden
- Beeld je af?
Gangbaarheid
- Het woord beeld af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.