bedrijfsopvolger

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bedrijfsopvolger    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·drijfs·op·vol·ger

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bedrijf zn  en  opvolger zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bedrijfsopvolger	bedrijfsopvolgers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bedrijfsopvolger m

1. (economie) degene die een bedrijf voortzet als de huidige eigenaar ermee stopt

   ▸ Ondertussen neemt overal in het land, dus ook in Noord-Brabant, het aantal boerderijen snel af. Vooral omdat voor boeren die afhaken geen bedrijfsopvolger klaarstaat. Waar Nederland in het jaar 2000 nog bijna 100.000 landbouwbedrijven telde, zijn dat er inmiddels nog maar 55.000. In de varkenssector verdween zelfs twee derde van het aantal bedrijven: van 14.500 naar 4500.

   ▸ De trend is al langer geleden ingezet. Het probleem zit vooral bij de middelgrote bedrijven. Daar nam het percentage bedrijfsopvolgers tussen 2012 en 2016 af van 56 naar 48 procent. Hoe groter het bedrijf, hoe groter de kans dat er een bedrijfsopvolger is. Bij de grote boerenbedrijven is het voortbestaan in ongeveer 70 procent van de gevallen geregeld.

Gangbaarheid

• Het woord 'bedrijfsopvolger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.