bedrijfsgrootte

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bedrijfsgrootte    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·drijfs·groot·te

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bedrijf zn  en  grootte zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bedrijfsgrootte	bedrijfsgroottes bedrijfsgrootten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bedrijfsgrootte v

1. de omvang van een onderneming

   ▸ De hoogte van de Europese taks ETS wordt berekend op basis van bijvoorbeeld de bedrijfsgrootte of type productie. Omdat de nieuwe CO2-taks gekoppeld is aan die ETS kan dat 'makkelijk' worden geregeld. Hoewel de nieuwe CO2-heffing niet Europees breed wordt ingevoerd, zijn het wel dezelfde - onafhankelijke - inspecteurs van de Europese ETS die de controle op zich nemen.

   ▸ Het ministerie meldde dat het in totaal om een bedrag van 10 miljard euro gaat. Maar de cijfers van Financiën zijn niet uitgesplitst naar bedrijfsgrootte of sector. Daarom was niet eerder duidelijk welke bedrijven relatief vaak gebruikmaken van de regeling.

Gangbaarheid

• Het woord bedrijfsgrootte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.