bedoeïenentent
  • be·doe·ïe·nen·tent
enkelvoud meervoud
naamwoord bedoeïenentent bedoeïenententen
verkleinwoord bedoeïenententje bedoeïenententjes

de bedoeïenententv / m

  1. tent die de kenmerkende huisvesting is van het woestijnvolk de Bedoeïen
     Stalletjes die aan verspreid staande bedoeïenententen doen denken.[2]
     Bezoekers, zoals de buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders die Kadhafi zo graag feteerde toen hij tijdelijk weer in de gratie was bij het Westen, werden ontvangen in een bedoeïenentent in het complex, die vlak bij het woongedeelte en de tennisbanen opgezet was.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  3.   Weblink bron “'Kadhafi's Pentagon' kent netwerk van tunnels” (23-08-2011), NOS