bedelstaf
- be·del·staf
- samenstelling van bedel en staf [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedelstaf | - |
verkleinwoord | - | - |
de bedelstaf m
- (geschiedenis) de staf (stok) waarmede een bedelaar liep, als kenmerkend voorwerp van zijn conditie en symbool van diepe armoede
- Tot de bedelstaf (of bedelzak) (ge)raken
tot diepe armoede vervallen
- Aan den bedelstaf brengen
in diepe armoede storten
- Het woord bedelstaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bedelstaf" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ bedelstaf op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be